Uitspraak Hoge Raad gevolgen voor alimentatie

Na de invoering van de Wet Hervorming Kindregelingen (WHK) werd aangenomen dat het gehele kindgebonden budget in mindering moest worden gebracht op de behoefte van het kind. In de praktijk betekende dit dat sommige ouders nauwelijks of niets meer aan alimentatie betaalden of ontvingen.
Intussen heeft de Hoge Raad op 9 oktober beslist dat het kindgebonden budget niet in mindering wordt gebracht op de behoefte van het kind (ECLI:NL:HR:2015:3011). Na tien maanden onzekerheid over deze kwestie buigen familierechtadvocaten zich daarom nu over de vraag wat deze uitspraak voor hun cliënten betekent. De Hoge Raad wijkt namelijk in haar uitspraak af van de aanbeveling van de Expertgroep Alimentatienormen, die vanaf 1 januari 2013 heeft geadviseerd het kindgebonden budget juist wél in mindering te brengen op de behoefte van de kinderen. Die aanbeveling is sinds de invoering van de WHK door veel gerechten gevolgd. Daardoor werd de te betalen alimentatie veelal op een lagere bijdrage vastgesteld dan voorheen, simpelweg vanwege het feit dat er geen behoefte meer was aan een bijdrage, omdat de overheid daarin voorzag. Nu na de uitspraak van de Hoge Raad duidelijk is dat het kindgebonden budget géén rol meer speelt bij de vaststelling van de behoefte van de kinderen, maar op een andere manier, zullen veel ouders een hogere bijdrage moeten krijgen of betalen.

Duizenden ouders hebben in de tussentijd dus als gevolg van de WHK onterecht maandenlang te weinig kinderalimentatie ontvangen of betaald. Daarnaast heeft de uitspraak van de Hoge Raad gevolgen die, ook door professionals, tot op heden onvoldoende worden onderkend. Zo kan de uitspraak gevolgen hebben niet alleen voor de kinderalimentatie, maar ook voor de partneralimentatie!

Met de uitspraak van de Hoge Raad is er nu duidelijkheid gekomen over de wijze waarop de behoefte van een kind aan een bijdrage dient te worden vastgesteld en op welke wijze het kindgebonden budget daarbij een rol speelt. Maar, tegelijkertijd wordt door deze uitspraak een nieuwe hausse aan procedures verwacht waarin dit allemaal weer moet worden gecorrigeerd. En dat in een rechtsgebied waarin elke procedure grote emotionele gevolgen heeft voor de betrokkenen – in de eerste plaats voor de kinderen.